“In Suriname word je de hele dag met de dood geconfronteerd. Mensen zijn bij leven betrokken bij de dood.”

Ricardo Lemmer
Lid

Uit nieuwsgierigheid naar de inwijdingen en gebruiken rondom de laatste zorg voor overledenen, meldde Ricardo Lemmer zich veertien jaar geleden aan als vrijwilliger bij aflegvereniging Trouw. Inmiddels is hij voorzitter van dezelfde vereniging én van de Federatie van Surinaamse Aflegverenigingen in Nederland. De dood is zijn werk, maar welke betekenis draagt de dood in zijn leven?

“Ik ben mij altijd bewust van de dood. Er is een Christelijk gezegde: De dood komt als een dief in de nacht. Je weet niet wanneer, maar de dood komt. Je kan honderd procent gezond zijn; het komt. Je kan chronisch ziek zijn; het komt. Ik ben mij er bewust van dat ik al sinds mijn geboorte elke dag een stukje sterf.

De mens bestaat uit lichaam, geest en ziel. Ik heb mij daar uitvoerig in verdiept en ben tot de conclusie gekomen dat mijn ziel en geest bewust doorgaan nadat mijn lichaam is gestorven; wanneer het ‘zilveren koord’ is doorgesneden. Het is een overgang; de dood. Geen overgang naar hemel of hel, maar een stratificatie van lichtwerelden waar ik bewust in verder zal gaan en een plek zal vinden.

Als de dood bij mij aan de deur klopt, dan kan ik wel zeggen: ‘Ga maar naar de buurvrouw van 105!’ maar zo werkt het niet. Tijd is tijd. Wees je dus bewust van de dood.

Voor mij is goed overgaan het stervensproces zelf in handen hebben. Dat als het zo ver is, ik mij er bewust van ben: Lieve mensen, ik ben vreemdeling op aarde en ik ga weer naar huis. Als de dood bij mij aan de deur klopt, dan kan ik wel zeggen: ‘Ga maar naar de buurvrouw van 105!’ maar zo werkt het niet. Tijd is tijd. Wees je dus bewust van de dood.

Tijdens het sterven zie je vaak dat zielen hun geestelijke zintuigen openen zodat ze de andere kant al kunnen ervaren. Ze ruiken heerlijke geuren, horen prachtige muziek en zien familieleden die eerder zijn overgegaan. Ze geven zich over. Ze laten los. Mensen zeggen vaak: ‘Rust in vrede!’ Maar als het zo ver is, fiets ik lekker door naar de andere kant en pak daar de draad weer op.

In Suriname word je de hele dag met de dood geconfronteerd. Rouwberichten hoor je om het uur op de radio, je kunt de uitvaarten letterlijk zien en er zijn barbecues naast de begraafplaats. Mensen zijn bij leven betrokken bij de dood. Hier in Nederland is het alsof de dood niet mag bestaan, maar daardoor word je je juist bewust van het feit dat de dood simpelweg is.

Mijn overleden tweelingzus zei altijd: ‘De dood is een schone zaak.’ Natuurlijk zijn er tranen en is er rouw als de dood komt. Maar voor mij is er ook rust, want ik voel mij gesterkt door de kracht van God. Je hebt de dierlijke natuur, de menselijke natuur en het bovennatuurlijke; het goddelijke. Als mens is het een cadeau om te mogen en kunnen communiceren met het goddelijke. Als je dat doet, dan word je bekrachtigd. Dan kun je troost bieden in tijden van rouw en de mooiste dingen doen waar je zelf nog verstelt van staat.”

 

Liselore Rugebregt | Tekstbureau Hoofdstuk 11 ~ Herinneringsverhalen na een stil verlies