Ellen van Son
Directeur Vereniging Yarden sinds 1 januari 2022
De laatste maanden van 2021 heeft het bestuur een nieuwe directeur geworven. Na haar benoeming en een inwerkperiode in de maand december is Ellen van Son op 1 januari 2022 gestart. Met de benoeming van Ellen is de vereniging voor het eerst in haar bestaan werkgever geworden. Een belangrijke stap met het oog op de toekomst. Vandaar dat we u graag kennis laten maken met Ellen van Son.
Tijdens een vervolgstudie aan de Academie voor Geesteswetenschappen werd Ellen van Son diep geraakt door het gedachtegoed van de Oostenrijks-joodse psychiater Viktor Frankl. En dan vooral door zijn boek De zin van het bestaan. Volgens Frankl moet het feit dat het leven eindig is een katalysator zijn om op ieder moment je kans te grijpen om van betekenis te kunnen zijn voor anderen.
En dat is wat Ellen het liefste doet. Ze is in januari 2022 begonnen als directeur van Vereniging Yarden om de nieuw ingezette koers van de vereniging verder vorm te geven. Haar loopbaan heeft zich altijd bewogen binnen dezelfde driehoek: in de eerste hoek kennis, informatie, onderzoek en educatie, in de tweede hoek maatschappelijke betrokkenheid en zingeving. En in de derde hoek het meebouwen en het brengen van nieuwe impulsen aan organisaties en teams.
Bij Vereniging Yarden, met alles wat de vereniging te bieden heeft, vindt Ellen opnieuw deze driehoek. “Dat is precies de reden dat ik het geweldig vind om mijn persoonlijke bijdrage te mogen leveren aan het toekomstperspectief van de vereniging en om dit samen te gaan inkleuren met een nieuw team.”
In haar eigen leven merkte Ellen dat het praten over de dood of een naderende dood heel moeilijk is. ”In de periode dat mijn zoon regelmatig aan de dood dacht merkte ik veel onbegrip in mijn omgeving. Ik kreeg relatief veel dooddoeners over mij heen. Juist toen leerde ik veel over het leven. Zo herinner ik me een ochtend dat ik voor de badkamerspiegel stond. Toen ik in de spiegel keek, overviel mij ineens een diep weten. Ik had een keuze. Ik had de keuze om onder alle omstandigheden van mijn zoon te houden. Vanaf dat moment kreeg mijn liefde de overhand op mijn angst.”
Door de ziekte van haar zoon leerde ze vooral wat sterven betekent: “Sterven zag ik als kind als het voorportaal van de dood, het fysieke sterven van het lichaam. Als kind zag ik mijn opa na zijn herseninfarct lichamelijk steeds verder achteruitgaan. Sterven is iets dat je overkomt. Op dat moment in de badkamer besefte ik ineens dat niet de dood, maar juist het sterven de tegenhanger is van het leven. Ik ben mij steeds meer gaan realiseren dat leven veel moeilijker is dan we denken. Gedurende het leven, in iedere ontmoeting met de ander, kunnen we telkens weer kiezen voor leven of sterven. Ik leef niet alleen van hoofd tot hoofd, maar vooral ook van hart tot hart als ik de verbinding met de ander opzoek en ervaar. Dát is voor mij leven. Ik sterf als ik terughoudend in mijn ontmoeting met de ander ben en mijn angst en oordeel de boventoon laat voeren. Zo sterven we veel vaker dan we denken.”
“Als directeur zet ik me in om, rondom onze gemeenschappelijke inspanningen de dood bespreekbaar te maken, juist de dood in het leven bloot te leggen. Want als je leert sterven tijdens het leven, is de dood minder groot.”