“Ik ben voortdurend bezig met de dood. Het zit altijd in mijn achterhoofd dat het leven betrekkelijk is en zo voorbij kan zijn.”

Robin Zuidam
Lid

De dood is voor Robin Zuidam, medeoprichter van Stichting Het Bezinningshuis en lid van Vereniging leven met dood, het einde van het fysieke bestaan, maar ook het moment van het ultieme loslaten: “Het loslaten van de rollen die je denkt te spelen in je leven en de identiteiten die je denkt te hebben.” In zijn werk begeleidt hij mensen in de laatste (palliatieve) fase van hun leven en is hij betrokken bij diverse onderzoeken om het denken over palliatieve zorg en het levenseinde te stimuleren. Dat hij op een dag ook zal sterven, dat kan hij maar met moeite bevatten. Dit verklaart waarschijnlijk zijn fascinatie voor het levenseinde.

Niet durven te sterven

“De dood kan veel naar boven halen; hoop en wanhoop. Ik heb meegemaakt dat iemand die op sterven lag tot op het allerlaatste moment nog aan het laveren was tussen hoop op genezing en wanhoop dat het allemaal geen zin meer had. Maar ook dat iemand niet durfde te sterven omdat ze vond dat ze het tijdens het leven niet goed had gedaan. Ik vind het tragisch voor mensen als ze in zo’n overtuiging zitten en het zichzelf moeilijk maken. Dan kun je alleen maar luisteren en volledig bij die persoon aanwezig zijn. Dat kost energie, maar gelukkig betrap ik mezelf er nog regelmatig op dat ik ook midden in het leven sta en me druk kan maken over iemand die niet snel genoeg optrekt bij groen licht.

Voor- en achterkant van de dood

Ik vind het belangrijk om te kijken naar de voorkant én de achterkant van de dood. De voorkant is het proces in de aanloop naar het overlijden. Pijn en verlies zullen er altijd zijn, maar hoe meer  je dat proces samen kunt beleven, hoe lichter het daarna wordt. In mijn werk kom ik niet alleen mensen tegen die in het laatste deel van hun leven zitten, maar ook rouwenden die zich, nadat zij iemand verloren hebben, op een kantelpunt bevinden. Ze zijn bezig met grote levensvragen als: ‘Hoe wil ik de rest van mijn leven invullen?’ en ‘Wie wil ik zijn?’ Hierin wordt de achterkant van de dood zichtbaar.

Iemand verliezen doet iets met je identiteit

Tijdens een lezing van Anne Goossensen, haalde zij de resonantietheorie van Hartmut Rosa aan: wanneer iemand overlijdt, is het niet zo gek dat er ook een stukje van jezelf sterft. Je geeft je identiteit vorm in relatie tot de mensen om je heen. Wanneer iemand overlijdt, zul je nooit meer naar jezelf kijken zoals het was met deze persoon en je zal weer op zoek moeten gaan naar jezelf. Dat maakt het zo ingewikkeld om iemand te verliezen, het is niet alleen een fysiek verlies, het resoneert door en doet iets met je identiteit.

Gelukkig is er steeds meer bewustzijn vanuit de samenleving voor het levenseinde. Niet in de minste plaats door de vergrijzing. Mensen leven langer en zijn langer ziek waardoor sterfelijkheid en vergankelijkheid steeds dichterbij komen. Daar wil ik een bijdrage aan leveren. Daar wil ik zichtbaar in zijn en mensen in bijstaan. Ook als het gaat om andere vormen van verlies. Er zijn nog grote dingen te doen!”

 

Liselore Rugebregt | Tekstbureau Hoofdstuk 11 ~ Herinneringsverhalen na een stil verlies